Maandelijks archief: april 2014

All Inclusive

Finike/Turkije

Een vliegtuig vol vakantiegangers, nog bleek maar vol verwachting klaar voor een week “All Inclusive”. Er wordt geklapt bij de landing, een gewoonte op dit soort vluchten.

Ik ben jaloers op ze, mijn mede passagiers, een receptie waar de sleutel klaarligt, een armbandje, een trofee, die recht geeft op voor de maaltijden, tweemaal daags droge handdoeken, een hapje, een drankje en vooral een zorgeloos bestaan. Ook ons verblijf de komende maanden is “All Inclusive”, maar wel met andere zaken incluis.

Als we de boot opstappen zien we pas goed hoe smerig ze is. Hebben we echt wel betaald voor een regelmatige wasbeurt? Geen zeil kan naar buiten op dit Saharazand dek.

Bij binnenkomst, we gaan eerst maar een hapje eten, slaat de schrik nog meer om het hart. De klus aan de keerkoppeling is nog niet af. Daar waar we 6 maanden geleden, bij ons vertrek in het holst van de nacht, ooit dachten weer te aan zitten, blijkt door de monteurs de halve inhoud van de achterhut te zijn gestald. Er zit niets anders op dan de tassen vol kleding maar boven op de zeilen in het gangpad te deponeren, precies de weg die we moeten gaan als we nog naar bed willen gaan.

Turkije, april. Het zeewater is nauwelijks 15 graden, dagelijks steekt rond 10.00 in de ochtend een venijnige wind op die de prille ochtendwarmte verjaagd. Waar het even daarvoor nog een graad of 20 is, daalt de beleving al snel naar de helft. Zit ik daar met mijn hemdjes en broekjes. De warme kleren, opgeborgen een dag of wat “boven” Nieuw –Zeeland, leveren meer profijt.

Zeker drie dagen zijn we bezig om de ergste troep aan kant te krijgen. Om een elektrisch kacheltje op te diepen, om af te spreken wanneer de monteurs nu wel langs gaan komen om het werk te doen en af te maken. Drie dagen voor ons verblijf weer wat meer inhoudt dan kamperen tussen de rotzooi.

All Inclusive, het was me even ontgaan dat dit was inbegrepen. Hier doe ik het toch eigenlijk niet voor.

Cultuursprong

Dordrecht

Nauwelijks op het station dringt de werkelijkheid van de wereld al tot me door. Terwijl ik me, we zijn nog vroeg, 06.30, door de nog slapende forenzen op het perron doordring op weg naar de warmte van de stationshal, valt mijn oog op ze. Uitgestrekt en in dromenland, languit liggen ze onder een deken. Daklozen, zich koesterend in de warmte van de hal. Hun onafscheidelijke plastic tas als hoofdkussen. Naar hun droom valt moeilijk te raden.

Het is confronterend. Het voelt dubbel. Op weg naar ons drijvend kantoor, bijna een continent verder op, me losgescheurd van huis en haard, op weg naar warmte en zon, word ik ineens geconfronteerd met een andere wereld. Een wereld zoveel dichter bij huis. Deze wereld, zo vroeg ben ik doorgaans niet op het station, die voor ik normaal het perron op loop alweer is opgelost in de mêlee van de dag. Een wereld die ik vanaf mijn zolder in de buitenwijk niet zie, die ik hooguit in het centrum ooit tegen kom.

De trein is te laat, wanneer niet, op het koude perron krijg ik alle tijd mijn gedachten te ordenen. De gedachten aan die andere wereld een continent verder, waar de sinaasappels klaar hangen om rijp geoogst te worden, waar Youtube op zwart is gezet. Mijn gedachten aan die wereld op loopafstand, nauwelijks 5 kilometer verder op. Zeg maar net zover weg als de rivieren traag stromen, de HSL noord-zuidwaarts spoed, de A16 vol langs snellende forenzen op weg naar kantoor of klant.

Dan rolt de trein het station in. Ik sta weer op scherp, mij wereld is weer van de pauzeknop afgehaald.

Wal en Schip

Dordrecht

Een paar keer per jaar hang ik tussen wal en schip. Ben ik ontredderd. Huis en haard verlaten, zekerheden achter me laten in ruil voor een andere wereld. Roest ik zo vast¬¬? Ben ik zo inflexibel? Waar gewone mensen een gat in de lucht springen van alle kansen en uitdagingen die wij al reizend zo hebben, kost het mij iedere keer weer moeite me los te rukken van mijn zolderkamer, van de zitbank thuis.

Of we nu de boot voor zes maanden achterlaten, of het huis zes maanden eenzaam op haar plaats laten staan, al dat gedoe, al die rompslomp, alle onzekerheid. Op zo’n moment zie ik weinig terug bij mezelf van mijn avonturendrang. Op de vloer van mijn schrijfzolder heeft zich in een paar weken tijd een enorme berg opgebouwd. Al weken brengen we iedere nieuwe plastic zak, ieder pakje als de deur bel weer gaat, uitverkoren stapels boeken, passende setjes kleren naar de vloer van mijn zolder. Waar is de tijd dat ik voldoende had aan twee sets kleren, in een om te dragen en een in de was. En ik, ik zit er moedeloos naast. Grotere tassen, met wieltjes! -de dames sjouwen zich voortaan geen breuk meer. Sinds ons reisgezelschap met een vrouw is uitgebreid hebben we meer schoenen, shirtjes en jurkjes mee. Kilo’s bagage sleuren we mee.

Gezamenlijke werken we ons door de berg. Dit moet mee, dit komt wel in juli, dit moet dan maar thuis blijven dit keer. De afslanking van de berg, althans na een nacht vol twijfelen, van mij, en resultaat gericht handelen van Christien. 2×30 kilo in de tassen, 2x 7 kg in de hand, een checklist vol afsluitpunten van het afscheid van het huis en een stapel prints van tickets, vouchers, treinkaartjes en visa’s.

Neen, of ik er snel aan wen is de vraag, dat losscheuren, om het even waar, al het gedoe er om heen.
Vandaag weet ik weer wat ik achterlaat met zijn hagelbuien en regenbogen. Wat we in Turkije krijgen ligt nog open? We wachten af. Misschien ligt daar aan den einder wel die pot met goud. Hebben we met schrijven toch weer beleg verdiend.

Vanwege reorganisatie …

Dordrecht

Grr, waarom heb ik nu niet even gebeld? Ik sta voor een dichte deur. Dit is me hier nog nooit gebeurd. Het gebeurt ons de laatste weken steeds vaker, “Vanwege reorganisatie gesloten”. Ooit was dit de opmaat naar procesverbetering, een nieuwe winkelinrichting, de verwerking van een fusie. Deze keer, terug in ons land betekent het iets anders, sluiting, opheffing, faillissement.
Reizend langs vreemde kusten, andere continenten, hebben we in de loop van de jaren met redelijk wat slingerende bedrijven in de watersport en jachtbouwsector te maken gehad. Slingerend langs de rand van de afgrond -net halen, net niet halen, door in afgeslankte vorm.
Voor de boegschroef ben ik op zoek naar een klein stukje plastic dat op het cruciale moment het motortje voor het heffen van de boegschroef uitschakelt. De Nederlandse dealer zegt toe het te bestellen, we praten over november/december 2011. Maar voegt hij er aan toe, het is de vraag of het lukt, er is alleen nog wat voorraad over, de fabriek is gestopt.
Pas twee jaar later, ik vraag nog eens hoe het met de bestelling staat, heb ik beet. De bestelling is inmiddels zoek, de fabriek, in een ander land is weer opgestart. Twee weken later heb ik mijn sensorblokjes in mijn bezit.
Anodes, kranen, schakelaars, scheepsartikelen, (buitenboord)motor onderdelen, je kunt het zo gek niet bedenken of de levering loopt gevaar. We verzinnen allerlei omwegen en laten de onderdelen zelfs uit het buitenland op sturen. Maar ook dat is niet altijd mogelijk.
De economie herstelt zich voorzichtig, toch weer een lichtpuntje aan de horizon. We hebben nog een paar “verzamel”dagen voor we weer op ons bootavontuur gaan. Laten we hopen dat tegen de tijd dat we volgend jaar weer verzamelen de reorganisaties wat achter de rug zijn en we de spulletjes weer gewoon kunnen krijgen.